Op 27 december 2011 stierf Bob Hendrickx in Herent. Een pionier uit de ontwikkelingssector is niet meer. Bob was wegbereider voor de fusie tussen Vredeseilanden en Coopibo. Hij stond voor kwaliteit en waarden, voor durf en verandering, voor participatieve economie en vooral voor het binnenbrengen van nieuwe visies in de ontwikkelingssamenwerking.
Bob werd geboren in Boom in 1925. Hij trok als missionaris van Scheut naar Congo en werkte er in het landbouwonderwijs. In 1962 trad hij uit, en gooide zich op de nieuwe solidariteit in de wereld van de ontwikkelingssamenwerking. Van 1976 tot 1982 was hij directeur van Coopibo, en vanaf 1982 werkte hij vanuit Coopibo vooral voor de hele ngo-sector in België.
Bob was veelzijdig als een diamant. Hij was steeds op zoek naar de essentie en liet zich daarbij inspireren door zijn medewerkers en denkers uit verschillende stromingen. In alles was hij deed was hij trouw aan de basiswaarden van Coopibo en Vredeseilanden: rechtvaardigheid, gelijkheid, pluralisme, kansen voor iedereen, en respect voor iedere mens.
Bob was vernieuwend in zijn aanpak. In Congo was hij in de jaren zestig de eerste die projecten voor gemeenschapsontwikkeling opzette. Duurzame structuren opbouwen, waarbij Congolezen zeer vlug eindverantwoordelijkheden kregen. Participatie van mannen én vrouwen in die organisaties. Economische ontwikkeling van de armen en onderdrukten. Dat stond allemaal mijlenver af van de klassieke paternalistische projecten.
Bob was een pionier van de niet-gouvernementele ontwikkelingssamenwerking in België. Hij lag mee aan de basis van de oprichting van Coopibo en Intercodev in 1962, de omvorming van Coopibo naar een autonome pluralistische organisatie in 1976, en de oprichting van South Research in 1985. Hij bereidde mee de fusie van Coopibo met Vredeseilanden voor. Vanuit Coopibo investeerde hij veel in de structurering van de ngo-sector: de uitbouw van Intercodev en 11.11.11, omkadering van vrijwilligers, de oprichting van het nieuwe Coprogram begin de jaren ‘90. Hij opende het Belgisch Overlevingsfonds voor voedselzekerheid en startte het eerste project op in Tanzania. Hij was schrijver van de nieuwe regelgeving voor de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties, waarbij het bevorderen van kwaliteit meer centraal kwam te staan. Na zijn pensioen werd hij hoofdredacteur van NoordZuid-Cahier (de voorloper van Mo* papers) en veelgevraagde spreker rond rol en plaats van ontwikkelingsorganisaties in een snel veranderende wereld. Een van zijn grote stokpaardjes was het streven naar een juiste rolverdeling tussen de koepels 11.11.11 en Coprogram en hun leden: hierrond heeft hij zwaar aan de bomen geschud en vele rijpe vruchten geoogst.
Bob was bovenal was visionair. Hij voelde de trends en veranderingen in deze wereld aan. Hij bracht mensen samen met verschillende visies, vooral uit het Zuiden… en telkens leverde dit nieuwe inzichten op, die gretig werden aangeboden aan de ontwikkelingssector.
Bob was een rots in de branding, tegelijk sterk en zacht. Heel zorgzaam, met veel geduld, taai aan zijn opdracht werkend, ook als hij tegenstand kreeg. Hij was een wijze man, rustig en respectvol voor de mensen. Hij gaf kansen, vertrouwen, hij stimuleerde en inspireerde.
Hij was de beeldhouwer van het warme Coopibo, en later Vredeseilanden. Zijn legaat is betekenisvol, de sporen robuust.
Jan Aertsen, oud-directeur van Coopibo en Vredeseilanden (nu Rikolto)