In 2021 werkte de Peruaanse boerenorganisatie Pangoa aan een ambitieus agroforestry-ontwikkelingsplan voor hun koffie- en cacaoteelt, in samenwerking met Cooperative Coffees, een van haar belangrijkste klanten. Het Amerikaanse bedrijf investeert 35.000 dollar, nadat de aanpak haar degelijkheid bewees in een onderzoek dat de boerenorganisatie samen met Rikolto en wetenschappers opzette.
Dankzij het 5-jarenplan voor agrobosbouw dat nu uitgerold wordt, zullen de agrobosbouwsystemen van Pangoa ecosysteemdiensten leveren die de boeren extra inkomen opleveren. Bijvoorbeeld via koolstofkredieten voor de koolstopopslag die gebeurt in de plantages, maar ook via de toekomstige verkoop van gecertifieerd hout van de aangeplante bomen.
Daarnaast wordt ingezet op het herstel van gebieden met gedegradeerde bodems via herbebossing. Daar komen onder andere kloontuinen voor cacao- en koffieplanten die beter bestand zijn tegen klimaatopwarming.
Tussen 2018 en 2020 hebben de boerenorganisatie en Rikolto de basis gelegd voor al dit werk. Zo werd de CO2-voetafdruk in kaart gebracht van biologische cacao bestemd voor de export. Verder werd onderzocht welke inheemse cacaobomen het meest geschikt zijn om gereproduceerd te worden in de kloontuinen.
De volgende stap is het "herbebossen" van Pangoa met inheemse cacao die bestand is tegen veel voorkomende ziekten en de klimaatverandering.
Hoe slaagden de boeren er samen met hun partners in om deze weg af te leggen? Dat vragen we aan onze collega Teófilo Beingolea. Hij stond de voorbije jaren aan de zijde van de boerenorganisatie van Pangoa.
Teófilo: Agroforestry biedt economische kansen én ecologische oplossingen voor koffie- en cacaoplantages. Het zijn twee gewassen die schaduw nodig hebben. Door verschillende boomsoorten en gewassen als sinaasappel of maniok te combineren, herstellen we geleidelijk aan de biodiversiteit en worden praktijken als houtkap en het afbranden van bosgebied teruggedrongen.
Het Pangoa-plan voorziet in verschillende modellen die zijn aangepast aan de behoeften van de koffie- en cacaoplantages.
Zo is er een "grensmodel" waarbij bomen geplant worden rond de contouren van een plantage met cacao, koffie, ananas of andere gewassen die bescherming tegen de wind nodig hebben. De bomen bakenen ook de eigendom van de producent af en bieden bescherming tegen het vuil van een nabijgelegen weg of snelweg.
Er is ook een meerstammig model voor cacao waarbij verschillende boomsoorten worden geplant rond en door de plantage om permanent schaduw te bieden aan de cacaoplanten. En er is ook een bosmassiefmodel dat producenten hogere winsten oplevert en de waarde van hun activa verhoogd. Daarnaast zijn er nog veel andere mogelijkheden, waaronder modellen die aangepast zijn aan de koffieteelt.
Het agroforestry-plan van Pangoa voorziet ook in de installatie van inheemse soorten die beter bestand zijn tegen ziekten en plagen (een gevolg van de klimaatverandering, maar ook van de bodem- en waterverontreiniging). De kloontuinen van de coöperatie, die het genetisch materiaal in stand houden, zijn daarbij van essentieel belang.
Teófilo: De fundamentele bijdrage van een agroforestry-ontwerp is de efficiëntie manier waarop koolstof vastgelegd wordt in de bodem. Dit verhoogt de globale koolstofneutraliteit van het bedrijf. Uit eerder onderzoek bleek dat voor de productie in Pangoa de teeltfase voor 96% bijdraagt aan de uiteindelijke koolstofvoetafdruk van biologische cacao.
Uit onderzoek bleek de teeltfase voor 96% bijdraagt aan de uiteindelijke koolstofvoetafdruk van biologische cacao.
Agroforestry zorgt ook voor een bredere toepassing van goede landbouwpraktijken, die milieuvriendelijker zijn en bestuivers aantrekken. Dat komt ten goede aan het hele landbouwbedrijf waar diverse gewassen worden geteeld. Dankzij de kloontuinen kunnen we herbebossen met enten die bestand zijn tegen de veranderende klimaatomstandigheden.
Omdat we de milieu-impact van de productie gedetailleerd in kaart hadden gebracht, konden we ook precies zeggen welke investeringen nodig zijn om die impact te verminderen. Dat geeft duidelijkheid voor de boer, maar ook voor hun klanten. Zij begrijpen at ze die investeringen mee moeten financieren, als ze in de toekomst hoogwaardige cacao willen.
En die kwaliteit krijgen ze. Want door in te zetten op de vernieuwing van de inheemse cacaovariëteit, krijgen ze een product dat een uitstekende kwaliteit heeft en een unieke smaak. Dat zijn troeven om er op de internationale markt uit te springen.
Teófilo: De geesten moeten rijpen. We beginnen bij klanten die op zoek zijn naar een hoogwaardig product en zelf bezig zijn met de duurzaamheid van hun business. De volgende stap is hen betrekken bij alle investeringen die nodig zijn om de waarde van het product te verhogen én de productie tegelijk duurzamer maken. De behoeften van de klant om een kwaliteitsproduct te maken en zelf klimaatneutraal te worden, kan je zo linken aan de investeringen van de boerencoöperatie.
Ook vanuit de fairtrademarkt is er groeiende interesse in deze systemen. In 2020 hebben 26 leden van Pangoa 13 hectare herbebost met 8.000 inheemse hout- en cacaobomen van hoge waarde - dankzij het geld van de fairtradepremie.
We beginnen bij klanten die op zoek zijn naar een hoogwaardig product en zelf bezig zijn met de duurzaamheid van hun business.
Ja, in die zin dat een beter landbouwsysteem een betere product oplevert met een geringe milieu-impact, waardoor bijvoorbeeld de poorten naar de Europese markt opengaan.
Maar de win op korte termijn zit zeker ook bij de diversiteit aan teelten. Sinaasappelen of maniok vormen een nieuwe bron van inkomsten, of dienen voor eigen consumptie. Het aanplanten van bomen wordt ook gezien als een veilige investering voor de toekomst. Spaargeld in natura, als het ware.
Teófilo: De grootste uitdaging is de investering die nodig is om het landbouwbedrijf duurzamer te maken. Het vraagt ook gespecialiseerde arbeidskrachten en technische bijstand. Idealiter bouw je die capaciteit op binnen de boerenorganisatie. Alleen kun je als boer niet investeren in nieuwe bomen met goed genetisch materiaal. In Pangoa lukt dat wel omdat de boerenorganisatie die nieuwe planten kan leveren via de kloontuinen.
Een andere uitdaging is zwart op wit bewijzen aan de markt dat je teelt daadwerkelijk duurzaam is en voor minder CO2-uitstoot zorgt. Hiervoor zijn certificeringen van belang, maar ook wetenschappelijke studies.
In het geval van Pangoa kon de boerenorganisatie samen met andere coöperaties deelnemen aan een onderzoek dat we samen met de Pontificia Universidad Catholica del Perú (PUCP) opzetten om de koolstofvoetafdruk van cacao te meten. De resultaten van dat onderzoek dienden als basis voor een actieplan om certificering te verkrijgen, maar ook om interesse te wekken bij de eerste klanten.
Boeren moeten dus eerst in staat zijn om zich te organiseren. Coöperaties en andere vormen van samenwerking, geven meer kans om toegang te krijgen tot financiering. Maar de organisatie moet ook technische bijstand als dienst leveren aan de leden. Jonge vakmensen die willen investeren in die extra opleiding, spelen daarbij een erg belangrijke rol.
De politieke dynamiek en de regelgeving zijn ook een katalysator. De geringe duurzaamheid van de cacaoproductie wordt in het "Nationaal Ontwikkelingsplan voor de Cacao-chocoladewaardeketen 2020-2030" als een prioritair probleem aangemerkt. Dat stimuleert alle bedrijven in de sector om mee te investeren in oplossingen.
Wil je meer weten over dit project? Contacteer dan gerust onze collega Téofilo via teofilo.beingolea@rikolto.org