Meer dan ooit willen bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties werken aan diversiteit en inclusie. Wie een nieuwe generatie consumenten, investeerders en werknemers wil aantrekken, kan niet anders. Maar in de spiegel kijken, is nog altijd confronterend, ook in de ngo-sector.
Niet alleen ontsproot de klassieke ontwikkelingssamenwerking uit de koloniale structuren, ook de organisaties die vandaag de internationale solidariteit vormgeven, kleuren hoofdzakelijk wit en houden de macht in westerse hoofdkantoren. Om fondsen te werven worden bovendien nog te vaak tenenkrullend stereotype beelden en uitdrukkingen gebruikt die mensen en hele werelddelen bestendigen in een rol van weerloze sukkelaars.
Maar het beweegt. Via de koepelorganisaties van de ngo's en het ruimere middenveld vuren interne en externe critici het debat aan.
Het leidde ook in onze organisatie onlangs nog tot een levendig gesprek. De aangename vaststelling was dat een kritieke stap al onomkeerbaar gezet is: de herverdeling van de macht. In 2014 al startten we de overgang van een Belgische organisatie met een Belgisch bestuur - Vredeseilanden - naar een echt internationale organisatie: Rikolto. Een internationaal bestuur en een internationaal managementteam uit alle werelddelen nemen de beslissingen.
Vreemd genoeg gebeurde dat zonder dat ooit het woord “dekolonisering” of diversiteit viel. Het was een keuze vanuit onze waarden, maar evenzeer vanuit operationele noodzaak. Om voedselsystemen eerlijker, milieuvriendelijker en transparanter te maken, moeten we kort op de bal spelen en steunen op lokale expertise en netwerken. Beslissingen moeten worden genomen waar de actie is.
Tot zover het goede nieuws. Want er is ook een onaangename vaststelling. Ons team dat in België werkt aan goed eten op school en in supermarkten, is 100 procent wit. De etnische diversiteit in de samenleving dringt niet door de buitenmuren van ons kantoor. Ook onder onze donateurs en de mensen die zich inzetten voor onze organisatie, is nog te weinig kleur te bespeuren.
Ik zwelg even in zelfkastijding, maar de vaststelling geldt natuurlijk voor veel organisaties. Toch is de bezorgdheid reëel. Want met diversiteit is het zoals bij mijn grootouders met de kleurentelevisie: je weet niet wat je mist, tot je het hebt.
Iedere organisatie kent nochtans de voordelen van de diversiteit die zich dikwijls als evident aandient. Diversiteit in geslacht, leeftijd, expertise, maar ook in persoonlijkheidskenmerken. Denk aan een goede balans tussen vlot netwerkende extraverten en doordenkende introverten.
Of hoe ondernemende durvers die elke vernieuwing enthousiast binnenhalen, balanceren met iets terughoudender collega’s die zorgen dat je niet aan elke nieuwlichterij ten prooi valt. En een communicatieteam zonder diversiteit, produceert vroeg of laat een lompe boodschap die ongewild een groep in de samenleving kwetst.
Maatschappelijke organisaties streven elk op hun manier naar systeemverandering. Maar daar kan je alleen in slagen als je de diversiteit aan perspectieven in dat systeem kunt vatten. We moeten dus beter doen, ook Rikolto.
Ik heb geen sluitende antwoorden. Ik ben ook maar een witte, flexitarische, alleenstaande cisman met een hypotheek en astma. Maar ik weet dat het niet zomaar lukt. Elke vacature, elk evenement, elk stage-aanbod: elke keer opnieuw is de opdracht buiten de bestaande kanalen te breken en nieuwe netwerken aan te boren. En avant!
Deze tekst verscheen eerder als column in Trends van 18/11/2021...