De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en Rikolto bundelen hun krachten om twee netwerken op te zetten die beleidsmakers helpen om stedelijke voedselsystemen te verbeteren. Zo wordt voedsel een oplossing voor de uitdagingen waar steden wereldwijd mee geconfronteerd worden.
Steden spelen een fundamentele rol in het sturen van de transformatie naar duurzamere voedselsystemen. Steden consumeren het merendeel van het voedsel, maar ook de besluitvormingscentra die bepalen hoe ons voedsel geproduceerd en geconsumeerd wordt, bevinden zich in steden.
Tegelijkertijd worden voedselsystemen beheerst door complexe interacties, machtsverhoudingen en bestuursstructuren, waardoor het voor steden moeilijk is om de juiste aanknopingspunten voor actie op hun niveau te identificeren. Het opbouwen van netwerken is een belangrijke hefboom om steden met vergelijkbare uitdagingen van elkaar te laten leren.
De 2 netwerken, die begin 2022 van start zijn gegaan, bereiken steden uit 4 continenten en wisselen uit in 3 talen: Frans, Engels en Spaans.
Partnerschappen tussen verschillende spelers uit de voedingsketen worden steeds meer gezien als cruciale instrumenten om lacunes in het lokale beleid aan te pakken. Voorbeelden van voedselbeleid in grote steden zijn ondertussen al relatief goed gedocumenteerd, maar voor het kleine en middelgrote steden ontbreekt het vaak aan steun en begeleiding.
Om deze kloof te helpen overbruggen, heeft de FAO met de steun van Rikolto het Network on Urban Food Governance for Small and Intermediary Cities opgericht, een ruimte waar steden elkaar kunnen inspireren en van elkaar kunnen leren om hun reis op het gebied van voedselbeleid aan te vatten.
"Samenwerkingsverbanden van lokale overheden en steden kunnen een sleutelrol spelen bij de transformatie van onze voedselsystemen."
Deze samenwerking met de FAO wordt uitgevoerd door de collega's van het Goed eten voor steden-programma van Rikolto. De ambitie van het programma is stedelijke voedselomgevingen en toeleveringsketens gezonder en duurzamer te maken voor alle burgers.
"Kleine en middelgrote steden hebben een sterke band met de landbouw en de omliggende landbouwgebieden. Ze fungeren als regionale marktcentra of knooppunten, die werkgelegenheid bieden. Ze kunnen handelaren en boeren verbinden met klanten en markten in grotere stedelijke gebieden", aldus Jamie Morrison, directeur van de afdeling Voedselsystemen en Voedselveiligheid van de FAO, tijdens het openingsevenement van het netwerk op 4 april.
Volgens Morrison is het voor de FAO van fundamenteel belang om met steden in gesprek te blijven om tot een betekenisvolle transformatie van voedselsystemen te komen: "Maar deze nieuwe wereld komt niet vanzelf. Bestuurlijke acties zijn van fundamenteel belang".
Bij dit nieuwe netwerk zijn meer dan 25 kleine en middelgrote steden uit Latijns-Amerika, Afrika en Zuidoost-Azië betrokken, met deelnemers uit Argentinië, Colombia, Ecuador, Peru, Brazilië, Guatemala, Chili, DRC, Senegal, Marokko, Burkina Faso, Uganda, Kenia, Tanzania, Zambia, Ghana, Indonesië en de Filippijnen.
In 2022 zijn 5 uitwisselingen gepland: 2 in de plenaire groep en 3 in regionale groepen. Daarbij werd ondermeer ingegaan op de vraag hoe hou je een dynamiek tussen verschillende organisaties gaande houdt om het stedelijke voedselbeleid in de praktijk te brengen.
Verschillende studies tonen aan dat ongezonde voedingspatronen gelinkt zijn aan het kopen van voedsel bij specifieke verkooppunten. Stedelijke markten zijn daarom een belangrijke insteek om gezonde voedingspatronen te ondersteunen, Het zijn immers de lokale markten dat de toegankelijkheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid van gezonde en voedzame voeding kunnen verbeteren.
Daarom werd het tweede netwerk opgericht: het Technisch Netwerk van deskundigen voor stedelijke voedselmarkten. Dit is een forum waar experts en andere belanghebbenden hun ervaringen delen en nieuwe ideeën kunnen laten wortel schieten om de lokale markten beter te laten werken.
Bij het netwerk zijn meer dan 20 steden uit Latijns-Amerika en Afrika betrokken, verdeeld over 3 taalgroepen, met deelnemers uit Guatemala, Honduras, Peru, Ecuador, Colombia, Marokko, Tunesië, Senegal, Burkina Faso, Tanzania, Uganda, Kenia, Rwanda en de DRC.
De steden Montpellier (Frankrijk), Valencia (Spanje) en Leuven (België) zullen op verschillende momenten van de uitwisselingen aansluiten om praktijkervaringen te delen.
"Veel lokale overheden beschikken vaak niet over de capaciteiten, de middelen en misschien ook niet over voldoende motivatie om extra energie en middelen te investeren in het ontsluiten van het potentieel van lokale voedselmarkten. Toch gaat investeren in lokale markten verder dan investeren in voedselzekerheid en voeding. Het betekent ook investeren in volksgezondheid, lokale economie, culturele identiteit en de kwaliteit van de openbare ruimte." - Florence Tartanac, senior Officer Food and Nutrition Division, FAO
Bilaterale gesprekken, groepsdiscussies en schriftelijke feedback zijn verzameld om een agenda op te stellen die is afgestemd op de behoeften en ervaringen van de deelnemers.
Voor 2022 zijn zeven uitwisselingen gepland: 2 plenaire sessies met de hele groep van steden en 5 per regionale groep.
"De lanceringsevenementen zorgden voor wederzijds begrip over hoe stedelijke markten en voedselbeleid kunnen bijdragen aan goed eten voor iedereen en nieuwe economische kansen doen onstaan. We kregen zicht op de ervaringen die elke stad kan delen met de rest van de groep. Je voelde dat de deelnemers al eigenaarschap voelden voor dit nieuwe netwerk."
De inhoud van de discussies zal variëren naargelang van de belangen van de deelnemers in elke groep. Een aantal vragen staat hoog op de agenda: Welke mechanismen kunnen worden ingesteld om kleine voedselproducenten op te nemen in de buurt- en versmarkten? Welke verdienmodellen kunnen helpen om de voedseldistributie en logistiek efficiënter te maken en zo de betaalbaarheid van verse lokale levensmiddelen te vergroten? Welke mechanismen kunnen circulaire voedselinitiatieven stimuleren om voedselverlies en -verspilling op markten te verminderen? En hoe kunnen voedselstrategieën en voedselraden het beheer van markten beheren en nieuwe initiatieven versnellen?