60% van de groenten die in de belangrijkste steden van Nicaragua worden geconsumeerd, wordt geproduceerd aan de oevers van het Apanásmeer, het op twee na grootste meer van het land. Maar sedimentatie, ongecontroleerde ontbossing en schadelijke landbouwpraktijken vormen een bedreiging voor het voortbestaan van het meer in het komende decennium. Verwacht wordt dat het watertekort werkloosheid zal veroorzaken en dat de beschikbaarheid van groenten in het gedrang zal komen. Dat laatste zou dan weer een minder duurzaam en minder divers dieet bij stedelijke consumenten als gevolg hebben.
(Filmpje in het Spaans - Nederlands ondertitels beschikbaar)
Zo’n 15 jaar geleden hoopten boeren wel eens dat het meer van Apanás zich zou terugtrekken zodat ze gewassen zouden kunnen verbouwen op de vruchtbare oevers. Vandaag bereikt het water die plaatsen zelfs niet meer. "Het meer is op", zegt Azucena Navarro. Azucena is producente en inwoner van Sasle, een gemeenschap rond het op twee na grootste meer van Nicaragua: lago Apanás. In de afgelopen 30 jaar is het milieu rond het meer er zo sterk op achteruitgegaan dat lago Apanás in minder dan 10 jaar tijd volledig zou kunnen verdwijnen.
Azucena, een kleine vrouw van om en bij de 60, gaat verder met stevige blik en lage stem: "Vroeger hield het nooit op met regenen.” Azucena is vicevoorzitter van COOSPROJIN, een groentecoöperatie die bestaat uit 77 producenten van sla en kool. Op haar boerderij haalt ze 30% van haar inkomen uit groenten en 20% uit melk, vee- en varkenshouderij, mede dankzij de hulp van haar kinderen. Azucena’s inkomstenbronnen weerspiegelen de economische realiteit van de ongeveer 25.000 mensen die leven aan de oevers van het meer.
Kool in de rekken van de Walmart supermarkten, sla en tomaten op een Subway Submarine Sandwich, maar ook groenten die men vindt bij andere nationale en internationale fastfoodketens en KMO’s, zijn afkomstig van boerencoöperaties die aan de oevers van het meer werkzaam zijn.
Met een totaal aan 639 coöperanten produceren de coöperaties COOSPROJIN, COOSEMPODA, SACACLÍ en TOMATOYA jaarlijks 4000 ton van deze groenten. Het gros hiervan wordt aangekocht door groot- en kleinhandel uit de hoofdstad.
Al van bij de start van de samenwerking met deze vier coöperaties in 2012 zag Rikolto de belangrijke link tussen de voedselvoorziening van de hoofdstad en het levensonderhoud van de families in Jinotega.
"De organisaties hadden het erg moeilijk om hun producten aan eerlijke prijzen op de markt te brengen. Daarom willen we het bedrijfs- en organisatiemanagement van de organisaties versterken en de productiemodellen optimaliseren. Zo willen we gezond voedsel voor de consument, minder impact op het milieu en een betere levenskwaliteit voor de boerenfamilies garanderen."
Het begeleidingsproces omvatte onder meer de invoering van goede landbouwpraktijken (GAP) en goede productiepraktijken (GMP). Die kwaliteitsverbetering moet ervoor zorgen dat de coöperaties toegang krijgen tot betere en stabiele markten en dat ze betere prijzen krijgen.
Hoewel de groenteteelt belangrijk is om aan de voedselbehoeften van de Nicaraguaanse bevolking te voldoen, wordt deze sector gekenmerkt door een gebrek aan beleid en normen op institutioneel niveau. Een beleid dat de kwaliteit en de prijzen van de producten zou moeten regelen.
Het meer telt 6 belangrijke zijrivieren: Jigüina, Jinotega, Mancotal, Arenal, San Gabriel en Sisle. Deze rivieren komen uit de hooglanden en heuvels die grenzen aan het grootste deel van het noordwestelijke gebied van Apanás, waar de groententeelt geconcentreerd is.
In 2016 begon Rikolto te werken aan een actieplan en een multi-actor groep om het duurzaam beheer van het landschap van het meer-bekken te bevorderen: MASLAGO was geboren. Het platform hanteert de Integrated Management Landscape-aanpak, een methode die de verschillende sectoren samenbrengt: landbouw, bosbouw, energie, visserij, veeteelt, toerisme en andere sectoren.
"In dat beginjaar bracht Rikolto 22 organisaties in kaart die direct en indirect een invloed hebben gehad in het gebied rond het meer", verklaart Norvin Palma. Norvin coördineert projecten bij La Cuculmeca, een niet-gouvernementele organisatie die zich inzet voor de rechten van het kind en het milieu. La Culculmeca maakt deel uit van het coördinatiecomité van MASLAGO. Zelf definieert Norvin het als een groep van organisaties is die zich vrijwillig inzetten voor een gemeenschappelijk doel: de bescherming en het behoud van het Apanásmeer.
Momenteel bestaat de groep uit 22 actoren waaronder universiteiten, onderzoekscentra, de vier groentecoöperaties, de inheemse gemeenschap, landbouwbedrijven en andere organisaties met projecten in het gebied.
Onder de verschillende leden van MASLAGO werden de belangrijkste bedreigingen geïdentificeerd: vervuiling en sedimentatie. Vervuiling wordt onder meer veroorzaakt door het sluikstorten van vast afval zoals plastic containers, aluminium blikken, enz., afkomstig van de stad Jinotega. Bovendien is er ook veel vervuiling door landbouwactiviteiten waarbij chemische producten gebruikt worden. De plastic containers die in het meer terechtkomen en chemische producten die in de bodem sijpelen, kunnen op lange termijn zeer ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid van de bevolking.
"Een andere veel voorkomende praktijk is dat men vee tot aan de oevers van het meer brengt om het daar te laten drinken. Dat zorgt voor een vervuiling van de bodem door urine en uitwerpselen," zegt Palma. Sedimentatie is de tweede grote bedreiging. Jaarlijks sleuren de rivieren Sisle, San Gabriel, Tomatoya en Jigüina 4.000 ton sedimenten mee naar het meer, voornamelijk ten gevolge van ontbossing en intensief bodemgebruik in productiegebieden.
Het verminderen van de erosie en de vervuiling die het meer bedreigen, zijn grote uitdagingen. De lid-organisaties van MASLAGO zijn ondertussen echter gewend aan de omvang van deze problemen en hebben nu een winnende kaart: ze zijn verenigd.
Volgens de cijfers van de vereniging die de agrochemische industrie – bestaande uit nationale en buitenlandse bedrijven – vertegenwoordigt, blijkt voedselveiligheid een groot probleem in Nicaragua. Zij schatten dat minstens 70% van de agrochemische productiemiddelen die in de groententeelt worden gebruikt zich in een categorie bevinden tussen wat is toegestaan voor menselijke consumptie en wat matig schadelijk is. Toch beschouwt de vereniging dit als een positief cijfer…
De Nicaraguaanse Vereniging van Agrochemische Producenten en Distributeurs (ANIFODA) maakt ook deel uit van het platform. "Elk jaar organiseren we een campagne om lege containers van agrochemische producten te recycleren,” vertelt Flor de Maria Rivas, Executive Director van ANIFODA. “Met MASLAGO breiden we het bereik van die campagne uit dankzij organisaties als La Cuculmeca, de inheemse gemeenschap, de Asociación Infantil Tuktan Sirpi (een kinderrechtenorganisatie) en andere particuliere bedrijven die de afgelopen twee jaar deelnamen. We werken ook met scholen en andere actoren uit de gemeenschap om niet alleen de containers maar ook papier, karton en andere milieuvervuilende materialen in te zamelen."
"Boeren hebben meer technische bijstand nodig,” gaat Flor verder. “Al vijf jaar lang voeren we twee programma's uit in het gebied van Apanás: het inzamelen van containers via verzamelcentra in de coöperaties en de opleiding van producenten rond het correcte gebruik van fytosanitaire stoffen en apparatuur. Bovendien leert men om het jargon op de etiketten van deze producten correct te lezen om vergiftiging door een verkeerde behandeling te voorkomen.”
Deze educatieve en recyclagecampagnes maken deel uit van de gezamenlijke interventies van MASLAGO. Om het niveau van de effecten van deze ecologische én voedselramp op nationaal niveau te kennen, worden daarnaast ook studies en onderzoeken uitgevoerd. Met die concrete cijfers kan men aan het land en haar inwoners de ernst van de situatie aantonen.