Na twee zomers vol onzekerheden staat de festivalagenda opnieuw gevuld. Goed nieuws voor de muziekfans, maar iets minder voor het milieu. Het klinkt als komkommer-nieuws, maar het staat nu eenmaal vast muziekfestivals tientallen ton afval per jaar produceren. Niet alleen door het gebruik van wegwerpmateriaal door de organisatie, maar ook de bezoekers dragen hieraan bij doordat de campings na het event vaak vol staan met achtergelaten kampeermateriaal.
Kunnen we dan besluiten dat onze zomerfestivals niet bezig zijn met dit topic?
Integendeel! Meer en meer festivals omarmen duurzaamheid en maken het de kern van hun event. Een enorm belangrijke stap om een groene toekomst in te duiken. Het is duidelijk dat er de afgelopen jaren een bewustwording is gecreëerd rond het afvalprobleem, maar hoe zit het met datgene dat op je bord en bekers belandt op de weides? Klopt het stereotype beeld van een frietje en een pintje als festivalspijs nog of staat het op wankele benen? Wij bekeken enkele van de initiatieven.
Sinds 2010 biedt OVAM (De openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) een online tool aan om evenementen groener te maken. Op basis van een vragenlijst kunnen de organisatoren zelf een doel- en resultatenrapport (incl. scores én tips) genereren. Achteraf bekijkt een vakjury met experts uit de milieu-en evenementensector de ingediende dossiers en worden de groenevent-awards uitgereikt. Een van de eerste winnaars, Ieperfest, had al vanaf het begin van de uitreikingen zodanig veel groene initiatieven dat de juryleden aanvankelijk argusogen optrokken.
Martijn Van de Walle, medeorganisator en verantwoordelijk voor het groenbeleid van het festival herinnert zich de verbazing bij de jury. “OVAM is komen kijken omdat ze niet geloofde dat alles wat wij in ons dossier neerschreven überhaupt kon gerealiseerd worden”. Het festival werd door zijn veelvuldige inspanning in 2017 beloond met de OVAM Lifetime Achievement Award door die constante drang naar innovatie op vlak van duurzaamheid.
Misschien gaat deze naam niet meteen een belletje doen rinkelen, maar dit walhalla voor hardcore-fans uit Ieper vierde dit jaar zijn 30ste editie én is al sinds 1992 volledig vegan! Hoewel die keuze oorspronkelijk voortkwam uit de ethiek van de dierenrechten heeft de bewustwording rond het klimaat ervoor gezorgd dat bezoekers nu ook kunnen overtuigd worden over de impact die ze hebben hierdoor.
"Verplichten werkt averechts. Het is belangrijker dat er kwaliteitsvolle vegetarische en vegan-opties zijn waarmee je mensen kan overtuigen dat het lekker en voedzaam is."
“Wanneer elke festivalganger drie dagen lang geen dierlijke producten consumeert wordt er per persoon 12 000 liter water, 54 kg graan en 27kg aan CO2 bespaard. Daarnaast wordt er 8 km2 aan bomen gered!” Het festival lokte afgelopen jaren enkele duizenden bezoekers. U doet het rekenwerk. Al is Van De Walle niet per se voorstander om andere festivals hun voorbeeld te laten volgen. Het is volgens hem moeilijk om een bepaalde verplichting op te leggen aan de catering en bezoekers. “Dat werkt averechts. Het is belangrijker dat er kwaliteitsvolle vegetarische en vegan-opties zijn waarmee je mensen kan overtuigen dat het lekker en voedzaam is”.
Maar daar houdt het niet op voor de zware jongens uit de Vredesstad. Zo wordt het al het organische afval – ja, ook dat van de bezoekers, via ecologische droge toiletten – omgezet in meststoffen. Daarnaast wordt het water, waaronder dat van de douches, verzameld en gezuiverd op het festival-weide. Ieper wil het beste uit mensen en de natuur halen, maar Van De Walle wijst niet met de vinger naar anderen. Integendeel er wordt inspiratie en kennis uitgewisseld.
Zo merkten ze op dat het belichtingssysteem van de camping op basis van een generator tamelijk wat energie verbruikte én onpraktisch werkt. “Iemand moet die lichten uitzetten, anders blijven stomweg branden doorheen de dag – en dat gebeurde wel eens door de drukte”. Dus zocht de organisatie samen met de leverancier naar een oplossing. Die werd gevonden in belichting op basis van sensors. Met succes, want dit systeem door de leverancier zelf voorgesteld aan andere eventorganisatoren om hun verbruik te minderen.
Ook nieuwe festivals maken er vanaf de eerste editie werk van om het heilige festivalgras te eren. Een goed voorbeeld hiervan is het elektronische muziekfestival Paradise City uit Perk, dat begin juli zijn 5de editie organiseerden. Al vanaf de eerste editie zetten de organisatoren duurzaamheid hoog op de agenda. Als voorbeeld om te stellen naar alle bezoekers.
“We beseffen dat het samenbrengen van een massa een negatieve impact kan hebben op de lucht, bodem en het water op & rond het festivalterrein. Daarom moeten we samen (organisatie en bezoeker) ervoor zorgen dat onze ecologische voetafdruk beperkt blijft.” Dat beleid werd recent nog bekroond met vier sterren door A Greener Festival (AGF). Een non-profitorganisatie die events helpt om hun milieu-impact te verkleinen. Voor de tweede maal op rij scoort Paradise City het hoogst haalbare cijfer. Ondanks dat ze bij de groenste festivals ter wereld behoorden, stellen ze zelf vast dat het altijd nog beter kan.
Hun groene filosofie trekt zich door naar de catering. De foodtrucks op het festival hebben de handen in elkaar geslagen om ervoor te zorgen dat hun ingrediënten op een lokale en organische manier kunnen worden geteeld. De maaltijden zijn dus volledig bio én aangepast op seizoensgebonden teelt. Daarnaast is het aanbod volledig vegetarisch, al zijn er ook gerechten met duurzaam gevangen vis. Festivalgangers die ‘morgens hun kater willen wegspoelen met een koffie kunnen dat doen met bonen die geroosterd worden op basis van zonne-energie.
Even ter vergelijking: een kilogram koffiebonen roosten stoot gemiddeld 1,5 kilogram CO2 uit. Op het hele festivalterrein kan je herbruikbare bekers, borden en bestek vinden. Met hulp van de bezoekers wordt het overige afval gesorteerd, gerecycleerd en verwerkt tot compost. Naast vele andere initiatieven is het ook opvallend dat het festival geen tabakswaren verkoopt op de weide. In 2019 verzamelde Paradise City na afloop maar liefst 24 liter (= 10 000 peuken). Sigaretten zijn enorm vervuilend voor het milieu, maar ook de recycling ervan kost 4.800m3 zuiver water. Dit komt overeen met 65 000 douches!
Een ander festival dat door AGF werd bekroond is Boomtown, een initiatief van Jeroen Vereecke. Het festival neemt al 22 zomers lang tijdens de Gentse feesten de kouter onder handen. Een festivalgrond zonder gras, maar daarom niet minder groen! Vereecke, onder andere ook de bezieler van de herbruikbare bekers , is optimistisch maar tegelijkertijd kritisch. Zo kaartte hij in een interview met De Standaard aan dat voor veel duurzame initiatieven op de festivals de directe impact op het milieu misschien te verwaarlozen valt, maar het zorgt wel voor het ontstaan van een draagvlak.
“De geesten moeten kunnen rijpen en daarbij spelen festivals een belangrijke rol”, aldus Vereecke. Herbruikbare bekers zijn sinds 2020 verplicht met als resultaat dat verschillende kleinere spelers al zijn overgeschakeld. Desondanks mag een organisatie, als het kan bewijzen dat het 90% van zijn afval kan recycleren, wegwerpbekers gebruiken. Daarover is Vereecke duidelijk: “we moeten inzetten op preventie en niet op recyclage”. Wie zich wil roeren door de plasticsoep op de Kouter is er dus aan voor de moeite, want het plein blijft kraaknet tijdens de festiviteiten.
Via een duurzaam, mobiel en modulair barsysteem kan er ook op basis van kraanwater en natuurlijke ingrediënten ter plekke gezonde en lekkere limonades ontwikkeld worden. Hierdoor is ook het gebruik van PET-flessen niet langer nodig. Ondertussen werd het systeem ook op andere festivals getest en ontving het subsidies om het concept verder op te schalen.
De weg is nog lang, maar de hoop dat duurzaamheid binnenkort niet langer innovatief, maar normaal wordt is er wel. Duurzaamheid is volgens Vereecke een verhaal van integratie, van over het muurtje kijken van het festival en het associëren met een bepaalde norm. Die optimistische vooruitgangsdrang en langetermijnvisie zien we ook bij Dranoeter VZW, die achter het festival Dranouter zit. De organisatie wil tegen 2024 het allereerste 100% klimaat neutrale festival klaar weten te spelen.
Om dat te kunnen realiseren moeten zij jaarlijks een significantie daling van hun CO2-uitstoot realiseren. Het finale doel is 50% minder tegen 2024 en de rest wordt gecompenseerd door de aanplanting van bossen. Om over dat festivalmuurtje te kijken zet Dranouter samenwerkingen op met externe kennispartners, waaronder BOS+ en Eva VZW om op die manier voor, tijdens en na elke editie zoveel mogelijk relevante data te verzamelen. Een extern studiebureau zet dit om in een rapport waarbij de huidige uitstoot wordt bekeken en verbeterpunten opgesteld worden.
"De directe impact van veel duurzame initiatieven op festivals op het milieu is misschien te verwaarlozen, maar het zorgt wel voor een draagvlak."
Eén belangrijke stap Om de CO2-uitstoot te verlagen is de overgang naar plantaardige en bio catering. Dankzij samenwerkingen met VLAM en EVA VZW is het aanbod bio-voeding op Dranouter sinds 2019 verdubbeld. Daarnaast kan het publiek alsook de hele backstage genieten van meer dan 100 verschillende vegetarische en vegan-gerechten.
Tot slot speelt Oxfam al jarenlang hofleverancier voor een (h)eerlijk assortiment aan dranken waaronder wijn, koffie, cocktails en biosappen. Deze worden bewust niet geschonken in herbruikbare bekers op het festival gezien de organisatie op dit moment nog zoekt naar een logistiek haalbare oplossing zonder dat de uitstoot daardoor stijgt en er liters water vervuild worden door de afwas. Wat opnieuw bewijst dat duurzaamheid geen lichte keuze is, maar een proces in van lange adem waarin organisatoren veel factoren in overweging moeten nemen.
Niet alleen muziek zal deze zomer door de festivalboxen klinken. De organisatie achter Tomorrowland plant naast drie festivalweekends vol dansmuziek ook voor de eerste maal een duurzaamheidsconferentie in op 28 juli. Love Tomorrow. Volgens de organisatoren wordt het één van de meest vooruitstrevende samenkomsten over duurzaamheid ooit.
Joris Beckers, woordvoeder van de conferentie, stelt dat geen enkel ander entertainment-merk als Tomorrowland zoveel jonge harten kan raken én gedragsverandering kan stimuleren. Hij sluit daarmee aan met wat Vereecke eerder al aan de kaak stelde. “Als je bezoekers in de extreme omstandigheden van een festival kunt overtuigen dat het normaal is dat er geen rommel is, wordt dat nadien ook sneller verwacht van de jeugdbeweging of op sportwedstrijden.”
Festivals hebben een plicht om een norm aan de kaak te stellen en stimuleren om actie te nemen voor een beter klimaat, ook buiten de festivalweides. De ruim 5000 (inter)nationale bezoekers zullen aan de hand van vier cruciale duurzaamheidsthema’s aangezet worden om na te denken over hun toekomst. De Dj’s maken voor een keer plaats op de Schorre in Boom voor inspiratievolle sprekers.
En dat zijn niet de allerminsten. Onder andere schrijver Yuval Noah Harrari, CEO van foodmakers Lieven Vanlommel en filmmaker David Sirota krijgen van de organisatie “als doel de sceptici te overtuigen, de al overtuigden te inspireren en de geïnspireerden echte verandering te laten creëren” – aldus Beckers. Eén van de topics handelt over onze levensstijl en welke impact dit heeft op milieu en klimaat.
In de gedachtegang van organisatoren heeft het aanbieden van duurzame, gezonde opties op een festivalweide dus weldegelijk een impact over hoe we nadien opnieuw de echte wereld instappen. Toch blijft het een moeilijk evenwicht, zegt ook Tomorrowland-woordvoerster Debby Wilmsen in De Standaard. Veel bezoekers komen immers met de wagen, of in het geval van Tomorrowland, met het vliegtuig. Geen herbruikbare beker die dat kan compenseren.
Dat is iets waar ook Van De Walle aankaartte in zijn interview met Rikolto: “We kunnen enorm veel groene initiatieven introduceren op onze festivals, maar de groenste edities die we al hadden? Dat waren die van de zomer in 2020, toen er helemaal niks werd georganiseerd."