Slechte eetgewoonten kosten ons jaarlijks bijna 14% van onze gezondheidszorg. De begroting redden? Dat begint bij goed eten op school. Want gezonde kinderen worden gezonde volwassenen. Kunnen we het ons veroorloven om daar niet in te investeren?
Schoolmaaltijden vormen de laatste weken stevig voer voor debat bij alle partijen. Voor de een is het een absolute voorwaarde om in de volgende regering te stappen, de ander vindt gezonde voeding de taak van ouders. Toch is het goed dat het thema overal op de radar staat. Goed eten op school is immers de goedkoopste gezondheidszorg.
Niet overbodig nu onze gezondheidszorg zwaar onder druk staat door de vergrijzing en een tekort aan personeel. In België gaat er jaarlijks nu al zo’n 3.3 miljard naar directe kosten ten gevolge van ongezonde eetgewoonten en maar liefst 1.2 miljard naar indirecte kosten (meer uitval door ziekte). Volgens de FAO – de landbouw- en voedselorganisatie van de VN – is dat nog maar het topje van de ijsberg. Zij becijferen voor ons land 25 miljard aan “verborgen gezondheidskosten” door ongezonde eetpatronen.
Willen we de komende jaren ons gezondheidssysteem overeind houden, dan is inzetten op preventieve gezondheidszorg belangrijker dan ooit. En dat begint bij goed eten op school. Want wie van jongs af aan goed eet, ontwikkelt gezonde eetpatronen en kost onze staat op lange termijn simpelweg minder geld.
Vandaag is er echter nog veel werk aan de winkel. Meer dan 80% van de 11 tot 18-jarigen eet niet genoeg groenten en fruit en maar liefst 1/4de onder hen kampt met overgewicht. Onderzoek van de UGent toont bovendien aan dat dit weinig te maken heeft met socio-economische achtergrond. Gezonde schoolmaaltijden zijn dus in het belang van álle kinderen.
Toch zal een gezond voedingsaanbod alleen het niet redden. Willen we dat kinderen hun leven lang een gezonde levensstijl aanhouden, dan moeten we ervoor zorgen dat ze op een consequente manier met gezonde voeding in aanraking komen: niet alleen in de refter en in de klas, maar ook in de schoolomgeving die een pak gezonder moet worden.
Het overaanbod aan fastfood en snoep rond scholen is een van de belangrijkste oorzaken van overgewicht bij kinderen en belemmert de ontwikkeling van gezonde eetpatronen. Bovendien draait maar liefst 2/3de van alle reclame rond scholen rond ultrabewerkte voeding en alcohol.
Ook onze voedselkennis zal dus omhoog moeten. Voedselwijsheid en –vaardigheid helpen ons immers betere keuzes te maken en het bredere debat over voedsel en gezondheid te begrijpen. Gelukkig is kennis verspreiden datgene waarin scholen uitblinken.
Een stevig voedingsbeleid op Vlaams niveau maakt, tot slot, de cirkel rond. Het is aan onze ministers om gezonde voeding in de brede schoolomgeving centraal te zetten en hiervoor structurele oplossingen te bieden. Anders zullen we ons in de toekomst blauw blijven betalen aan gezondheidszorg die eigenlijk vermeden had kunnen worden. Vandaag niet investeren in goed eten op school, kunnen we ons simpelweg dus niet veroorloven.
Deal 6 van de Vlaamse Voedselstrategie heeft het al over zo’n bredere aanpak voor gezonde schoolvoeding, ook wel Whole School Food Approach. Een mooie eerste stap in de goede richting. Gaat men hier de komende legislatuur effectief mee aan de slag? Dat is nog maar de vraag. In de verkiezingsdebatten bleef het hier voorlopig stil over, maar ik hoef u uiteraard niet te vertellen dat ook hier de meningen verdeeld zijn.
Welke toekomst er op 9 juni uit de stembus valt, is dus nog afwachten. Eén ding is zeker: de politicus die het in de verkiezingsdebatten wil hebben over het begrotingstekort, de kwaliteit van ons onderwijs en de betaalbaarheid van onze gezondheidszorg, heeft maar beter ook een plan voor goed eten op school. Het zou ons in de toekomst alvast heel wat geldzorgen besparen. Van preventieve gezondheidszorg gesproken.