Voedselmarkten die werken voor iedereen
Wereldwijd wordt maar liefst 80%van al ons eten door boerenfamilies geproduceerd. De boeren zelf hebben echter weinig inspraak in hoe er handel gedreven wordt. Ze moeten de prijs nemen die hen gedicteerd wordt, waardoor velen onder de armoedegrens belanden en hun potentieel niet kunnen waarmaken. Dit is nog meer het geval voor vrouwen, jongeren en inheemse volkeren. Willen we duurzame ketens en veerkrachtige landbouwbedrijven, dan moet handel inclusief worden, zodat ook de kwetsbaarste boeren een stem hebben bij het zaken doen.
Recente crisissen, zoals de coronapandemie, tonen aan dat voedselsystemen enorm kwetsbaar zijn. De transportbeperkingen tijdens de pandemie brachten de wereldwijde voedselverdeling in het gedrang. Heel wat consumenten waren voor hun dagelijkse inkopen aangewezen op lokale voedselleveranciers en -producenten die de toestroom niet konden volgen. Dit verergerde alleen maar een bestaande tendens: matige of ernstige voedselonzekerheid neemt al zes jaar langzaam toe en treft nu meer dan 30% van de wereldbevolking. De voedselprijzen zijn aanzienlijk gestegen, sommige producten werden tot wel 65% duurder sinds het begin van de pandemie.
Lokale overheden spelen een grote rol bij het creëren van een gunstig klimaat voor de bloei van lokale, gezonde en duurzame voedselketens. Maar ze kunnen dit niet alleen. Overheden kunnen druk uitoefenen via allerlei regels, beperkingen, belastingen en subsidies, maar ook andere spelers zoals detailhandelaars, institutionele kopers en voedselbedrijven, hebben veel macht door de grote volumes die ze kopen. Om ook in de stedelijke markten gezonder en duurzamer voedsel te kunnen aanbieden, moeten alle spelers in de voedselketen worden aangemoedigd om anders te gaan werken. Zonder een goed en winstgevend bedrijfsmodel dat voor iedereen werkt, met name voor kleine landbouwbedrijven en handelaars, is dat natuurlijk moeilijk. Net daarom zijn inclusieve zakenrelaties tussen kopers, verwerkers en producenten, zowel op het platteland als in en rond de steden, zo belangrijk om duurzame voedselsystemen te bouwen.
“Voedselmarkten moeten inclusiever worden en een meerwaarde bieden aan alle actoren in de voedselketen, van boer tot consument. Inclusieve handel is van cruciaal belang om de uitdagingen van onze voedselsystemen te overwinnen.” Josephine Ecklu, coördinator inclusieve handel, Rikolto
“Inclusieve markten” is een van de drie strategische pijlers van ons programma, samen met duurzame productie en stimulerende omgevingen. Het begrip omvat verschillende aspecten die voor ons allemaal even belangrijk zijn binnen voedselsystemen: Het verwijst naar:
Inclusieve handel draait om zakendoen met een toekomstvisie, waarin we voldoen aan de behoeften van boeren én kopers. Op die manier kunnen ze beter vooruit plannen, wat leidt tot veerkrachtigere bedrijven. We beginnen steeds met een marktanalyse om uit te zoeken wat landbouwbedrijven ervan weerhoudt te concurreren en investeringen aan te trekken uit de private sector. Daarna zoeken we samen naar oplossingen om tekortkomingen aan te pakken. Luister even mee naar onze collega’s die uitleggen wat inclusief zakendoen betekent.
Bij Rikolto gebruiken we de LINK-methode. Deze methode werd ontwikkeld door het Internationaal Centrum voor Tropische Landbouw (CIAT) en andere organisaties binnen het ‘Sustainable Food Lab’. De methode is de leidraad voor onze inspanningen voor inclusieve voedselketens en verdienmodellen. Ze wordt toegepast door alle actoren in de keten, vaak met de steun van een externe facilitator. Zes principes staan centraal:
Rikolto heeft inclusieve bedrijfsmodellen gefaciliteerd door zowel private bedrijven als publieke instellingen en overheden te betrekken. Met 50 jaar ervaring in het werken met organisaties van kleine boeren op drie continenten, hebben we diepgaande kennis ontwikkeld over de uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd om solide en professionele bedrijfsorganisaties te worden. We weten dat competitieve boerenorganisaties een cruciale rol spelen bij het organiseren van collectieve vermarkting. Daarom versterken we hun capaciteit om in te spelen op de eisen van de markt op het gebied van kwaliteit, voedselveiligheid en duurzaamheid. Willen deze boerenorganisaties echter groeien, dan moeten ze betere toegang krijgen tot betaalbare financiering. Dat is vaak een uitdaging vanwege de perceptie van een hoog risico en een laag rendement door kapitaalverstrekkers. Rikolto speelt de rol van bruggenbouwer. Samen met onderzoeksinstellingen en bedrijven ontworpen we gepaste methoden om de inclusiviteit van waardeketens te verbeteren, waarbij we win-win oplossingen creëren voor bedrijven, boeren en consumenten.
Ontdek enkele van de cases die we hebben bemiddeld.
Onze eerste stappen in het opbouwen van betrouwbare relaties tussen boeren en voedingsbedrijven dateren van 15 jaar geleden, van de start van onze samenwerking met de Belgische supermarktketen Colruyt. De samenwerking was erop gericht om samen te leren en de toeleveringsketens van producten in de winkels van Colruyt eerlijker, transparanter en milieuvriendelijker te maken. In deze artikelreeks pakken we elk van de zes bovengenoemde inclusieve bedrijfsprincipes uit en laten we zien hoe ze zich in de praktijk vertalen.
Tot nu toe zijn inclusieve bedrijfsbenaderingen meestal gebruikt in de context van mondiale waardeketens zoals koffie of cacao, en minder in de context van lokale of stedelijke voedselvoorzieningsketens. Bij Rikolto is een van onze prioriteiten om te onderzoeken hoe inclusieve bedrijfsprincipes kunnen worden geïntegreerd in de werking van belangrijke stedelijke inkopers: supermarkten, institutionele keukens, e-commerceplatforms en natuurlijk ook traditionele markten.
Wij richten ons specifiek op inclusieve voedselmarkten voor kleine producenten en kwetsbare stedelijke consumenten. Om dergelijke markten te helpen ontwikkelen, professionaliseren wij boerenorganisaties, vergemakkelijken wij hun toegang tot financiering en bedrijfsontwikkelingsdiensten en bevorderen wij inclusieve zakenrelaties in voedselketens. Ook faciliteren we duurzaam voedselondernemerschap. In het kader van ons Generation Food-programma krijgen jonge voedselondernemers in Tanzania, Oeganda, België, Burkina Faso en Ecuador toegang tot opleidingen en middelen. De Generation Food-incubators zijn een vruchtbare bodem voor innovatieve bedrijven die bijdragen tot de verduurzaming van stedelijke voedselsystemen.
Verder streven we naar een efficiëntere en inclusievere distributie van lokaal geproduceerd voedsel, met behulp van innovatieve bedrijfsmodellen en digitale hulpmiddelen. Zo overbruggen we de afstand tussen boeren en consumenten. Korte ketenplatforms en voedselhubs, waar landbouwers mee aan het stuur zitten, kunnen de logistiek en het papierwerk rationaliseren en tegelijkertijd de landbouwers in een prijsbepalende positie plaatsen.
Hoewel stedelijke markten geconfronteerd worden met uitdagingen rond duurzaamheid, voedselveiligheid en eerlijke handelsrelaties, is het niet genoeg om te vertrouwen op de vraag van de consument. Daarom moeten inclusieve bedrijfspraktijken hand in hand gaan met een ambitieus, goed gefinancierd lokaal voedselbeleid. Zo’n beleid vraagt nieuwe vormen van aansturing waarbij een diverse en representatieve groep actoren samenwerkt om inclusieve bedrijfsmodellen voor de bevoorrading van hun stad te ontwikkelen. In het licht hiervan zal een lopend project in Lima (Peru) en Quito (Ecuador) trachten te begrijpen hoe je voedselhubs opzet die gezond, lokaal geproduceerd voedsel via buurtmarkten tot bij burgers brengen.
We ondersteunen coöperaties op hun weg naar professionalisering, waarbij we ons onder meer richten op het ontwikkelen van financiële en zakelijke vaardigheden. Dit stelt hen in staat meer waarde te halen uit cacao en koffie van hoge kwaliteit via inclusieve zakenrelaties. Dit professionaliseringsproces draagt bij tot performantere toeleveringsketens. Dat motiveert opkopers om producentenorganisaties te ondersteunen en dezelfde werkwijze uit te breiden naar andere leveranciers.
Werken aan de professionalisering van coöperaties betekent ook de participatie van vrouwen en jongeren verzekeren, ook in de leiding van coöperaties. Dat kan inhouden dat jonge cacao- en koffieboeren worden ondersteund bij het opzetten van hun eigen bedrijf. Zo ontstonden in Ghana en Ivoorkust al dienstenbedrijven die gespecialiseerd zijn in het snoeien van cacaoplantages. In DR Congo kwamen gespecialiseerde bedrijven tot stand voor de teelt van jonge koffieplanten.
Rikolto heeft al veel ervaring bij de bemiddeling van relaties tussen supermarkten en bedrijven. Zo kunnen boerencoöperaties deelnemen aan door hen opgezette duurzaamheidsprogramma’s en inclusieve zakenrelaties aangaan. In Indonesië faciliteerden Rikolto, Mars Food en de boerencoöperatie AMANAH al in 2016 verbeteringen op het gebied van kwaliteit, traceerbaarheid en collectieve verkoop voor ongeveer 7.500 cacaoboeren in Sulawesi. Mars ondersteunde jonge cacaoboeren om professionele dienstverleners in hun eigen gemeenschap te worden. Rikolto gaf de coöperaties business coaching. De boeren zetten een mobiel communicatiesysteem op om informatie over de wereldmarktprijzen te ontvangen. Ondertussen heeft Mars dit model wereldwijd gekopieerd.
Nu we ons in ons nieuwe programma meer richten op diversificatie, ondersteunen we ook kleine boeren om aansluiting te vinden bij markten voor andere gewassen die in cacao – en koffielandschappen worden geproduceerd. Inclusief ondernemen betekent ook dat we boerenorganisaties en kmo's ondersteunen in hun contacten met financiële instellingen, om hun toegang tot leningen te verbeteren.
In veel Afrikaanse landen zijn de binnenlandse markten sterk afhankelijk van ingevoerde rijst, wat een enorme kans biedt voor rijstboeren. Rijst is minder gericht op hoogwaardige markten in noordelijke landen dan cacao of koffie. Lokale en institutionele kopers vormen een veelbelovende markt. Versterking en verbetering van de nationale productiecapaciteit kan zorgen voor grotere marktaandelen voor lokale producenten, voldoende, betaalbare en duurzaam lokaal geproduceerde rijst voor consumenten en nieuwe zakelijke kansen voor de hele waardeketen.
Inclusieve zakelijke relaties in de rijstsector kunnen voordelig zijn voor producenten, verwerkende bedrijven, groothandelaars en consumenten. Daarbij kunnen retailers rijst aanbieden aan hun klanten die betaalbaar, veilig, gezond en voedzaam is, op basis van overeengekomen normen. Boeren profiteren van inclusieve zakelijke relaties met rijstverwerkers en groothandelaars omdat ze markttoegang verzekeren door middel van formele contracten of bindende overeenkomsten. Door boerenorganisaties professioneler te maken, helpt Rikolto hen bij het verkrijgen van leningen en kredieten voor de groei van hun bedrijf.