Vredeseilanden brengt al enkele jaren belangrijke actoren uit de keten samen om openingen te creëren ter verduurzaming van het voedselsysteem: landbouworganisaties, retailers, voedingsbedrijven, .. Eén partij zat echter niet mee aan de gesprekstafel: de consument. Met Citizens for the Foodture brengen we hier nu verandering in. Met dit co-creatietraject ambiëren Vredeseilanden en Fairtrade Belgium niet meer of minder dan de verduurzaming van de ganse voedselketen.
In vier sessies hopen we een antwoord te vinden op de vraag hoe consumenten, supermarkten en voedingsbedrijven elkaar kunnen aansporen om stappen te zetten richting een meer duurzame voedselketen. De eerste fase, “de tafels der inzicht” is ondertussen afgerond. In Kortrijk, Diest en Antwerpen kwamen zo’n 80 consumenten samen.
Om te beginnen peilden we naar de duurzame attitudes van de deelnemers. Let je op duurzaamheidsinformatie op productetiketten? Koop je seizoenproducten? Wil je een meerprijs betalen zodat boeren een eerlijker loon krijgen? De deelnemers blijken best geëngageerde consumenten te zijn die graag duurzamer willen consumeren. Maar ook deze blijken op barrières te stoten.
"Ik vind het wel belangrijk dat boeren eerlijk verdienen. Maar er zijn nog andere dingen waarvoor ik meer wil betalen. Voor mezelf. Voor een beter product."
“Ik heb geen gemakkelijk leven. Ik lees veel etiketten na. Maar wat is de juiste keuze? In een klerenwinkel is het makkelijker en spreek ik de verkoper aan.”
“Ik let vooral bij fruit en groenten op duurzaamheidsaspecten. Bij andere producten betrap ik er mezelf dat ik het totaal niet doe”
"Sinds wij kleine kindjes hebben, slaag ik amper in het kopen van enkele seizoenproducten. Anders staat er heel de winter kool op het menu."
Uit een analyse van winkelticketjes die deelnemende consumenten meenamen, blijkt des te meer de kloof tussen hun positieve attitude en effectief aankoopgedrag. Het blijkt voor ons allen, zelfs de gemotiveerden, moeilijk duurzaamheidsambities te vertalen in het winkelkarretje. Het is bovendien bijzonder moeilijk te weten welke producten nu duurzaam zijn of niet, zo bleek tijdens de oefening aan diverse tafels: “Je wordt er onnozel van dat je zo lang moet nadenken over welke voedingswaren duurzaam zijn, en welke dat niet zijn.”
Enkele opmerkingen die bij de analyse naar boven kwamen:
“Heel veel mensen kopen Bio en niet bio op één rekening. Waarom de komkommer wel? En de patatten niet?”
“Bij groenten is de discussie moeilijk. Wat is meer duurzaam: de Spaanse of Belgische tomaat?”
“We hebben veel op labels gelet. Maar is dit wel duurzamer?”
“We betrapten er ons op dat we voor bepaalde supermarkten vooroordelen maken. 't Is bioplanet dus het zal wel duurzamer zijn dan een carrefour express. Zonder iets van bewijs te hebben.”
We haalden er de resultaten bij van een Belgische enquête naar aankoopgedrag om deze spreidstand te illustreren: “Duurzame voeding blijft een niche. Weliswaar koopt een meerderheid van de Belgen ieder jaar wel een keer biologische of fair trade voeding maar in zijn totaliteit draagt slechts vier procent van de verkochte voedingswaren een label. Van het aankoopgedrag van ongeveer tien procent van de Belgen kan je zeggen dat het consequent is met de zelf verklaarde voorkeur voor duurzame voeding.
We zouden kunnen concluderen dat het aanbod dan maar moet verduurzamen, als de consument niet mee wil of kan. Maar het is toch wat simpel om de bal in het kamp te leggen van de supermarkten. Dat ervoeren de deelnemers aan den lijve in het rollenspel, toen ze in de huid mochten kruipen van een aankoper in de retail of een duurzaamheidsverantwoordelijke van een groot voedingsbedrijf. Allebei krijgen ze de opdracht van hun management om duurzaamheidscriteria in rekening te nemen, en bovendien kostenbesparend te werk te gaan. Dit resulteerde in straffe onderhandelingen. De consumenten wrongen zich in meerdere bochten om hun opdracht met succes af te ronden.
“Je ging je makkelijk wegsteken achter de consument.”
“Ieder verdedigde zijn eigen belang. Bijna onmogelijk om de tegenstelling te overstijgen.”
“Petje af voor de mensen die dat elke dag moeten doen.”
Na deze werksessies kregen we nog wat tips & tricks mee van marketeers Veerle Poppe (Colruyt) of Jonas Braun (Lidl). Hoe kan een supermarkt actief duurzame consumptie promoten? Hoe kunnen consumenten een duwtje in de rug krijgen? Via het gebruikt van triggers, marketingtools, die al decennia voor andere producten gebruikt worden. “Dat kan onethisch klinken, maar je kan die marketingtrucs ook positief aanwenden. Zo krijgen biologische voedingswaren bij Colruyt de beste plek in het winkelrek, op ooghoogte.”
Heel wat wijzer geworden over het eigen aankoopgedrag en de werkwijzen van de retail zijn de ‘Citizens for the Foodture’ nu klaar voor het belangrijkste deel van het traject: de dialoog met voedingsbedrijven en supermarkten. Ondanks de drempels gaan we op zoek naar manieren om toch verdere stappen te zetten naar meer duurzame consumptie.
Deze sessies gaan door op 28/09 en 22/10.
Deze tekst is gebaseerd op een artikel dat verscheen op Vilt.be.