Elke vier jaar brengt het Vlaams Instituut Gezond Leven het preventief gezondheidsbeleid in kaart van onder andere scholen in het Nederlandstalig basis- en secundair onderwijs in Vlaanderen en Brussel door middel van een indicatorenbevraging. Het GoodFood@School-team van Rikolto stond op de eerste rij om de resultaten van het onderzoek te lezen.
Het onderzoek peilt naar hoe scholen rond gezondheidsthema’s werken, zoals voeding, beweging, lang stilzitten, roken, alcohol en drugs en mentaal welbevinden.* Het onderzoek van het Vlaams Instituut Gezond Leven toont zowel positieve als negatieve tendensen. Zo wordt er meer gratis kraantjeswater aangeboden en minder frisdrank gedronken. Tegelijk bieden minder scholen een volwaardige portie groenten aan in vergelijking met 2015 en biedt bijna de helft van de scholen nooit voedzame plantaardige vleesvervangers aan.
Wat het gebruik van kraantjeswater betreft, merkten we met GoodFood@School ook heel wat vooruitgang. Zo deden ze in Nieuwenbosch Humaniora (1 van de Gentse scholen die we met GoodFood@School hebben begeleid) een water-smaaktest en was kraantjeswater één van de winnaars.
Er werd echter opgemerkt dat er weinig mogelijkheden waren voor de leerlingen om hun herbruikbare fles te vullen aan een kraan op school. Daarom plaatste de school een tapkraan voor water als deel van hun actieplan voor een gezonder en duurzamer voedingsbeleid.
Ook in het Sint-Pieterinstituut in Gent werden watertaps geïnstalleerd. Een leerkracht van de school getuigde dat deze actie een succes was:
"Nu zijn de drankautomaten weg en hebben we twee watertaps. Het is echt geweldig om te zien dat alle leerlingen nu met hun drinkbussen in de klas zitten. Dat had ik mij zes jaar geleden niet kunnen voorstellen."
Opmerkelijk is dat de leerlingen zelf ook sterk achter dit thema staan. Onder andere in pilootschool De Wijnpers te Leuven kozen de leerlingen er zelf voor om in te zetten op het drinken van gezondere dranken, waaronder gepimpt water.
Rikolto is niet de enige organisatie die kraantjeswater promoot. In deze actiefiche vind je, naast heel wat interessante weetjes en links naar onder andere de Vlaamse richtlijnen voor veilig kraantjeswater, inspiratie hoe een school aan de slag kan gaan rond kraantjeswater én het verminderen van pdm-afval.
Samen gaan we goed vooruit: uit de indicatorenbevraging blijkt dat in quasi alle basisscholen nooit frisdrank wordt aangeboden en gratis water wordt voorzien, en 78% laat toe om water te drinken tijdens de les. Dat is een verbetering in vergelijking met 2015 (67%). In 85% van de secundaire scholen is gratis water beschikbaar en 84% biedt nooit meer frisdrank aan – een forse verbetering tegenover de 31% in 2015. Bemoedigende cijfers die tonen dat de scholen sterke inspanningen hebben geleverd.
Bij het aanbod van warme maaltijden op school zien we een minder positieve evolutie. Het aantal deelnemende basisscholen dat dagelijks een volwaardige groenteportie (= de helft van het bord) bij warme maaltijden serveert, is gedaald: in 2015 was dat 57%, in 2019 nog maar 51%. In het secundair onderwijs is dit bij 6 op de 10 deelnemende scholen het geval. Dat is wel een verbetering tegenover 2015 (50%), al blijft het een aandachtspunt.
En, last but not least, de vleesconsumptie. In 59% en 23% van de basisscholen wordt respectievelijk wit vlees (gevogelte zoals kip, kalkoen) en rood vlees (rund, varken, schaap …) vaker dan één keer per week aangeboden. 48% biedt nooit voedzame plantaardige vleesvervangers aan. In het secundair onderwijs zijn de cijfers iets beter, maar zien we een gelijkaardige tendens. De aanbeveling luidt nochtans om maximaal één keer ‘wit vlees’ en één keer ‘rood vlees’ op het weekmenu te zetten, en minimum eenmaal af te wisselen met een gezonde plantaardige vleesvervanger.
Met een gezonde vleesvervanger worden onder meer peulvruchten, tofu of sojastukjes bedoeld - en dus geen (gepaneerde) groenteburgers. Eos publiceerde een artikel met 5 zaken waar je best op let als je een vleesvervanger koopt. Het principe van vlees te vervangen door een burger, worst of schnitzel zonder vlees zorgt niet altijd voor een gezond alternatief. Denk maar aan een kaasburger waar veel vet in zit of vegetarische chickennuggets boordevol zout.
Om vegetarisch te koken, hoef je echter het vlees niet te ‘vervangen’. Je kan beter een gerecht te creëren zonder vlees met voldoende voedingswaarde. Zo kan je bijvoorbeeld rode bonen in een tomatensaus met groentjes mixen om voldoende voedingswaarde in een simpele vegetarische pasta te krijgen. Een ander voorbeeld is een traditionele Thaïse curry met tofu: in dergelijk gerecht zal vlees minder snel gemist worden omdat het een klassiek vegetarisch gerecht is en de verwachtingen dus anders zijn dan bijvoorbeeld bij vegetarische vol au vent.
Hiervoor is vaak een vleugje innovatie nodig aangezien veel kinderen opgevoed zijn met klassieke groentjes-vlees-koolhydraten gerechten. Ook in het curriculum van koksopleidingen zit deze gewoonte vaak nog ingebakken. Leren (vegetarisch) koken is dan ook geen makkelijke opdracht. Het GoodFood@School-team is met verschillende schoolchefs aan de slag gegaan door vanuit de expertise van de chef te kijken hoe de recepturen gezonder en duurzamer kunnen gemaakt worden.
Ook andere organisaties gaan hiermee aan de slag. Zo is er Andermaal, een tweejarig traject van BOS+ en EVA waarin toekomstige chefs ontdekken hoe plantaardige gerechten de basis leggen voor een duurzame keuken. In Nederland is er zelfs een commercieel bedrijf, Greendish, dat grootkeukens begeleid met als missie duurzame en gezonde voeding voor iedereen en overal beschikbaar maken.
Een vleesvervanger kan wel helpen om de transitie naar meer vegetarisch eten bij kinderen te faciliteren. Vaak vinden kinderen en jongeren die (ongezonde) gepaneerde groenteburgers namelijk het lekkerst. Een oplossing hiervoor is de voedselgeletterdheid van de leerlingen te verbeteren.
Laat ze proeven, experimenteren met recepten, toon aan waarom het zo belangrijk is en wat gezonde en duurzame voeding nu precies is.
In de Wijnpers in Leuven bepaalden de leerlingen zelf welke vegetarische spread gebruikt wordt in het nieuwe gezonde en duurzame broodjesaanbod van de school door verschillende opties te proeven.
Daarnaast kunnen de ‘vleesvervangers’ simpelweg gezonder gemaakt worden. De overheid zou hieromtrent richtlijnen of zelfs verplichtingen kunnen opleggen aan voedselproducenten.
Op beleidsniveau zetten we in Vlaanderen al een mooie stap in de goeie richting met de Green Deal Eiwitshift. Met deze shift wil men de verhouding tussen dierlijke en plantaardige eiwitrijke producten in ons voedingspatroon verbeteren.
De consumptieverhouding dierlijke/plantaardige eiwitten is op dit moment ongeveer 60/40. Dit wil men door middel van de eiwitshift verschuiven naar een verhouding waar 60% van onze eiwitbehoefte wordt ingevuld door plantaardige eiwitbronnen en 40% uit dierlijke tegen 2030. Hiermee streeft men naar een milieuverantwoord en gezond voedingspatroon. De Green Deal brengt partners samen, waaronder ook Rikolto.
Lokale besturen en scholen wachten nog op meer hulp vanuit de Vlaamse en nationale overheid in de vorm van middelen, aanbevelingen en ondersteuning om de broodnodige zaken rond gezonde, duurzame en toegankelijke voeding op school aan te pakken.
Wij kregen alvast honger door deze interessante bevindingen. Honger naar vooruitgang en goesting in een gezonde en duurzame wereld nu en in de toekomst, voor alle generaties die nog komen.
Tekst: Karen Slosse, stagiaire bij Rikolto voor GoodFood@School