Onze winkelkar duurzamer vullen: onderzoek leert dat we het allemaal wel willen, maar er moeilijk in slagen. In onze reeks Kassaticket Confessions gluren we mee in de winkelkar van goedmenende consumenten. Kan je de idealen van Christophe aflezen aan zijn kassaticket? Of is ook hij toch meer dan zijn kassaticket?
Zeker! Omdat de tijd in het grootwarenhuis beperkt is, ging ik alvast gerichter inkopen doen. In plaats van rond te kuieren en de classics mee naar huis te nemen, dacht ik nu op voorhand na en trad ik buiten mijn klassieke boodschappen. Al gaf dat dan weer stress om binnen die beperkte tijd al die producten te zoeken.
Niet kunnen uit eten, scheelde een pak in de huishoudaankopen. Plots moesten we alles zelf in huis halen. Al heb ik zelf ook meer gebruik gemaakt van Foodbag, die voorzien een box met ingrediënten voor verschillende gerechten. Dat bespaart tijd, want de Foodbag wordt aan huis geleverd.
Als stadsmedewerker van de Stad Gent ben ik dagelijks bezig met eerlijke handel. Waar ik in de winkel dus het meteen naar kijk, is of er een fairtradelabel is. Dat lukt me niet voor alle producten, ik ben ook maar een mens. Er zal dus al eens chocolade of wijn zonder fairtradekeurmerk in mijn kar belanden.
Verder betekent duurzame voeding voor mij ook seizoensgebonden en lokaal. Ik koop zeer zelden fruit of groenten die niet in het seizoen passen - al ken ik dat lijstje nu ook niet helemaal vanbuiten - of die van heel ver moeten komen. Avocado’s en kiwi’s? Ik eet het supergraag maar je zal het zelden in mijn winkelkar terugvinden.
Bij voorkeur koop ik ook lokaal, al is dat niet altijd even gemakkelijk te traceren. Daarom ben ik blij met inspanningen van supermarkten om ook steeds meer lokaal te kijken voor hun aankopen, dat maakt het voor mij een stuk gemakkelijker natuurlijk.
Tot slot: overmatig verpakte voeding is een no-go. Sinaasappels in plastic verpakt, of gepelde mandarijnen in een plastic potje: dat zal je niet vinden in mijn karretje. Alhoewel het ook daar niet altijd eenvoudig is omdat er soms geen keuze is.
Ook hier altijd botsen mijn goede intenties wel eens met de realiteit: ik ben verslaafd aan Cola en in mijn winkel is dat enkel in plastic verkrijgbaar. Dus sleur ik (bijna?) wekelijks 6 van die flessen mee naar huis.
Neen, ik slaag daar niet altijd in. Soms omdat ik geen tijd heb om alles na te kijken, soms omdat het mij goed uitkomt om bijvoorbeeld een kant-en-klaargerecht te kopen dat ongetwijfeld niet aan mijn eigen criteria voldoet.
Maar ik blijf mijn best doen. Het is maar door structureel en heel bewust over die aankopen na te denken dat we op de lange termijn als consument iets veranderen, vind ik. Alles in 1 keer overboord gooien, daar hebben we het als mens sowieso wat lastig mee. Dat hou je nooit vol op de lange termijn. Maar bewust veranderen per productsegment en pas een volgend segment aanpakken als je niet meer moet nadenken bij het vorige, dat verandert mijn aankoopgedrag alvast fenomenaal.
Zelf geloof ik nog altijd heel erg sterk in labels, maar dan moet je als consument de labelbomen door het bos nog kunnen zien… En dat is soms een probleem. Zelf ben ik daar werkgerelateerd mee bezig en zelfs ik raak er soms niet uit.
De nutriscore vind ik dan wel weer een stevige stap vooruit! Het is heel visueel en duidelijk. Ook al weet ik zelf niet altijd goed wat er allemaal schuil gaat achter die score, ik merk toch dat ik beïnvloed word om meer producten met een A-score te kopen. Ik duim dat er snel ook zo’n score voor duurzaamheid komt – al zal dat een veel complexer verhaal zijn.
Daarnaast mogen de supermarkten alles wat duurzaam is misschien centraler plaatsen in de winkelrekken. Nu is dat sterk economisch bepaald: de merken op ooghoogte en de goedkopere merken heel hoog of heel laag in het winkelrek. Waarom leggen we de meest duurzame producten niet op ooghoogte zodat je een inspanning moet leveren om niet-duurzame producten mee te nemen naar huis?
Het is hetzelfde verhaal als met vegetarisch. Vroeger was ik een fervent vleeseter en ik ben nog altijd geen gigantische fan van groentjes. Maar op een bepaald moment maak je een keuze om daar werk van te maken, ook omdat je beseft welke impact vlees heeft op ecologie.
Opgelet, ik eet nog altijd vlees maar alvast veel minder dan vroeger. Zowel in aantal keer als in de portie vlees. Het is je gewoontes aanpassen, maar dat is vandaag veel makkelijker dan vroeger. Gelukkig woon ik in de ‘veggie capital of Europe’: Gent heeft het grootste aandeel vegetarische restaurants per capita. Keuze genoeg dus om makkelijk en lekker veggie te eten.
Hetzelfde gaat op voor gezond, milieuvriendelijk, fair… Dat is allemaal heel erg lekker als je daar even aandacht aan schenkt en je er een gewoonte van maakt. Maar toegegeven, die gewoonte breken en een nieuwe gewoonte kweken, vergt wel wat inspanning.
Ik ben meer dan mijn kassaticket is een beweging van consumenten/burgers die van duurzame voeding in de supermarkt de gewoonste zaak van de wereld wil maken. Het is een samenwerking tussen Rikolto (Vredeseilanden), Fairtrade Belgium, Ferm, Femma, Gezinsbond en Test Aankoop. Via dialoog en debat tussen burgers en supermarkten willen we initiatieven stimuleren en versnellen die duurzame voeding van de niche naar de mainstream brengen.