Samen met ILVO, Inagro, drie producenten van kikkererwten, drie verwerkers (Greenyard, Deldiche en Abinda), supermarktketen Delhaize en de ngo Rikolto gaat Arteveldehogeschool twee jaar lang onderzoeken hoe de in Vlaanderen geteelde kikkererwt economisch rendabel kan worden. Het onderzoeksproject KIKET (lokale teelt van kikkererwten ontketenen) kadert in de zogenaamde eiwitstrategie van de Vlaamse overheid, die de productie en consumptie van eiwitten duurzamer en diverser wil maken.
Eiwitten zijn immers een belangrijk bestanddeel van menselijke en dierlijke voeding. We halen ze uit vlees, vis, eieren en zuivel, maar ook uit graanproducten, peulvruchten en noten. Omdat het huidige model van eiwitproductie en -consumptie wereldwijd onder druk staat, door onder meer uitdagingen op het vlak van voedselzekerheid, gezondheid en milieu-impact, heeft de Vlaamse regering 3,5 miljoen euro uitgetrokken om haar eiwitstrategie te realiseren.
“De doelstelling van de Green Deal-eiwitshift is om de verhouding dierlijke versus plantaardige eiwitten op ons bord te veranderen van 60/40 naar 40/60”, zegt onderzoeker Elena Lievens (Arteveldehogeschool).
Op 8 juli trok Arteveldehogeschool samen met de KIKET-partners naar landbouwer Thomas Truyen om het veld met de lokaal ingezaaide kikkererwten te bezoeken. “Waar de teelt vorig jaar grotendeels mislukte door de natte zomer, lijken we dit jaar af te stevenen op een goede oogst. Deze lokale kikkererwten zullen vervolgens via Greenyard, de ILVO FoodPilot, Abinda en Deldiche tot lokale kikkererwtproducten verwerkt worden. Delhaize zal daarna in een aantal supermarkten onderzoeken hoe de klant hierop reageert. Met KIKET willen we dus heel concreet de bereidheid van de keten én de consument onderzoeken om over te schakelen naar een Vlaamse kikkererwt’, vervolgt Lievens.”
“We brengen ook de verschillende toepassingen van zowel kikkererwten als de reststromen in kaart. Zo kan aquafaba, het kookvocht van kikkererwten, dienstdoen als eiwitvervanger. En ondertussen bestaan naast hummus en falafel ook al kikkererwtenmeel, -chips, -koekjes, -pasta en -drinks. Gezien de populariteit van de producten, stijgt de vraag naar kikkererwten.”
“Vandaag voeren we de van oorsprong mediterrane peulvrucht grotendeels in, vooral uit Frankrijk, Canada, Turkije en Spanje”, zegt Elena Lievens. “Door te onderzoeken of de teelt en verwerking in Vlaanderen rendabel kunnen zijn, bouwen we mee aan een duurzamere keten.”
Landbouwers Thomas Truyen, Felix de Bousies en Ivar Van Dorst, stappen mee in het onderzoeksproject. “Door de toegenomen vraag naar vlees- en zuivelvervangers is de markt voor eiwithoudende alternatieven zoals kikkererwten sterk aan het groeien”, zegt Truyen.
“Maar vandaag is de kostprijs van lokaal geteelde kikkererwt beduidend hoger dan de wereldmarktprijs. Dat komt deels doordat we de kikkererwt in Vlaanderen maar op een erg kleine schaal telen. We moeten dus uitbreiden en dit onderzoek gaat na hoe groot die schaal precies moet zijn. De productie moet de stijgende vraag ook kunnen volgen.”
Experimenten uit landen als Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk bewijzen dat lokale teelt succesvol kan zijn. Dat heeft veel te maken met de opwarming van de aarde. Daarnaast werken ILVO en Inagro ook aan een veredelingsprogramma, maar dat is een proces van lange adem.
Er ligt dus nog heel veel onderzoekswerk op de plank. Maar volgens Truyen is de vraag er ook aan de aanbodzijde van de keten. “Het voordeel van kikkererwten is dat landbouwers met heel weinig investeringen kunnen overschakelen. De machines uit de graanteelt zijn perfect bruikbaar voor de kikkererwtenteelt. Bovendien heeft de kikkererwt voordelen op het vlak van biodiversiteit, want de plant trekt verschillende nuttige insecten aan.”