Dinsdag 26 november presenteerden Rikolto, EUFIC, de Poolse Foodbank Olzstyn en onderzoekers van UGent en het Finse VTT hun geleerde lessen na twee jaar samenwerken in het EIT Food SUCCESS-project. Kernvraag was: hoe kunnen burgers en supermarkten samen stappen zetten richting meer plantaardig eten en minder voedsel verspillen? Maarten Corten woonde het webinar bij en deelt zijn persoonlijke reflecties.
Wie is er aan zet? De supermarkt, de voedselproducent, de overheid of toch maar weer de consument? Om eerlijk te zijn heb ik het stilaan gehad met dit soort oeverloze discussies. Vooral, omdat de terugkerende vingerwijzing naar de burger en diens consumentengedrag aanvoelt als een gemakkelijk excuus van de grote spelers in het voedselsysteem om niet voluit werk te maken van de grote uitdagingen. Dat excuus mag stilaan de prullenbak in, bevestigen ook de resultaten van het EIT Food SUCCESS-project.
Neem nu de ‘Shop & Cook workshops’ van de Poolse voedselbank in Olzstyn. Daar leerden burgers duurzame keuzes maken in de winkel en vervolgens duurzaam koken in de keuken. Hun kennis werd voor en na de workshop gemeten en het effect was duidelijk: zelfs lang na de training gingen deelnemers aan de slag met zero-waste cooking en plantaardige recepten. Meer zelfs: ze deelden hun nieuwe kookkunsten met vrienden en familie. Burgers kunnen niet alleen nieuwe eetgewoontes aanleren, ze verspreidden ze ook graag in hun sociale netwerk.
Natuurlijk zijn deelnemers aan zo’n workshop a priori bereid en gemotiveerd om te veranderen. Maar onderzoek toont aan dat veel mensen zich bewust zijn van hun ecologische impact en daarom hun eetgewoontes willen veranderen. Alleen lukt het hen veelal niet. Ook het Finse onderzoekscentrum VTT deed binnen het SUCCESS-project onderzoek naar consumentenprofielen en vonden naast een groep praktiserende overtuigden een grote groep mensen die wel willen, maar er niet toe komen. Die attitude-gedragskloof overbruggen, daar ligt de uitdaging voor de transitie naar meer plantaardig en minder voedselverspilling. De Poolse workshops zijn daarin met glans geslaagd, maar als we op grote schaal eetgewoontes willen veranderen, hebben we schaalbare interventies nodig. Daarom komt de supermarkt in beeld.
(Lees verder onder de afbeeldingen)
Het is moeilijk duurzaam leven in een wereld die constant niet-duurzaam gedrag stimuleert.
Het EIT-Food SUCCESS-project staat voor 'Supermarkets and consumers collaborate to make sustainable consumption easy'. Partners uit België, Polen en Finland gingen aan de slag met verschillende strategieën om supermarkten en consumenten-burgers te bewegen richting meer plantaardig eten en minder voedselverspilling.
Prof. Hendrik Slabbinck (UGent) stelde het glashelder in het webinar: 70 à 80% van al het eten dat we in Europa thuis eten, komt uit de supermarkt. En in die supermarkt maken we veeleer ‘mindless food choices’, door keuzestress, tijdsdruk, vermoeidheid enzovoort. Dit soort voedingskeuzes zijn vatbaar voor subtiele beïnvloeding zoals nudging. Daarom ontwierp het team van prof. Slabbinck een nudging experiment in tien Carrefour-winkels om de verkoop van plantaardige eiwitten te verhogen. Het team van VTT zette een gelijkaardig experiment op in de Finse supermarktketen S Group.
Het resultaat was in de twee landen gelijkaardig: geef de klant een duwtje in de juiste richting aan de hand van winkelinrichting, verpakking en inspirerende recepten, en de verkoop van plantaardige eiwitten stijgt. Neen, nudging is geen wonderoplossing en werkt niet even goed voor elk recept, elke winkel, regio of type consument. Nudging is geen buikgevoel, maar evidence-based maatwerk, benadrukt prof. Slabbinck. Maar als één kleinschalige, tijdelijke ingreep al effect kan hebben op middellange termijn, wat is er dan mogelijk als supermarkten voluit en permanent inzetten op een totaalaanpak?
Bovendien willen burgers ook dat supermarkten hen helpen om duurzamer te eten. Dat bleek uit de awareness engagement workshops en burgerpanels die Rikolto organiseerde. In de workshops leerden deelnemers over nudging en marketingtechnieken in de supermarkt, in de panels ontdekten ze wat supermarkten (nog niet) doen om duurzame keuzes zo makkelijk mogelijk te maken. Op het einde konden deelnemers een boodschap formuleren aan de supermarkt.
Die boodschappen waren helder: Neem jullie verantwoordelijkheid en help ons duurzamer te eten. Terwijl het kassaticket van de burgers vooral een afspiegeling is van die ‘mindless food choices’, leggen deze boodschappen de attitudes en waarden van de burger bloot.
Supermarkten kunnen ons helpen duurzamer te eten en burgers willen dat ook uitdrukkelijk. Waar knelt dan het schoentje? Daarover ging het afsluitende panelgesprek in het webinar.
Valentine Papeians en Luisa Rodrigues, beiden duurzaamheidsmanagers bij Ahold Delhaize, linken verschillende uitdagingen aan de nog prille markt voor plantaardige eiwitten. Heel wat consumenten happen nog niet toe door (verkeerde) prijspercepties, smaak en gezondheidsoverwegingen. Ze zien ook een sterke culturele gehechtheid aan vlees en een beperkte kennis van plantaardige recepten. Inzake voedselverspilling zijn consumenten verkeerdelijk opgevoed vanuit de notie ‘koop meer, koop meer’. Daarom zet Ahold Delhaize in op campagnes tegen voedselverspilling en voor plantaardig eten. Michalina Jakubowska van de Poolse voedselbank in Olzstyn erkent die inspanningen, maar vindt dat het meer moet zijn. Bovendien moeten duurzame keuzes betaalbaar en toegankelijk zijn voor socio-economisch kwetsbare burgers.
Jakubowska wijst ook op de nood aan verplichte duurzaamheidsdoelstellingen, zoals de Poolse wetgeving die supermarkten binnenkort verplicht om voedseloverschotten te doneren aan NGO’s. Zo komt de overheid als cruciale stakeholder in beeld. Dr. Florine Kremer (Wageningen Universiteit) vindt dat die een gelijk speelveld moet creëren, zodat duurzaam beleid geen concurrentieel risico inhoudt. In Nederland kiest Jumbo er momenteel als enige supermarkt voor om geen promoties meer te voeren op vers vlees. Deze maatregel is lovenswaardig, maar gewaagd.
De overheid kan duurzaamheidsdoelstellingen en -beleidsacties verplichten om de ganse sector in beweging te zetten. Denk bijvoorbeeld aan het recent gelanceerde proefproject rond herbruikbare verpakkingen, waarvoor de zes grootste Belgische retailers de handen in elkaar slaan. Deze ‘Reusable Packaging Coalition’ is een antwoord op de aankomende Europese ‘Packaging and Packaging Waste Regulation’.
(Lees verder onder de afbeelding)
De tijd van kleine incrementele veranderingen is voorbij.
Voor Rodrigues (Ahold Delhaize) is het duidelijk: “It’s not going to happen in isolation.” Samenwerking tussen alle stakeholders is cruciaal. Ook Betty Chang van EUFIC erkent die nood en ziet een belangrijke rol weggelegd voor platformen voor kennisdeling. In het SUCCESS-project lanceerde EUFIC een levende database voor best practices in retail, en Rikolto lanceerde het ‘Learning Network for Future-Proof Supermarkets’.
Een geslaagde multistakeholderaanpak heeft wel randvoorwaarden, waarschuwt prof. Ines Cottignie (KU Leuven). Niet alleen moeten er langetermijnrelaties worden opgebouwd, de actoren moeten ook de onderlinge scheve machtsverhoudingen erkennen en hiermee rekening houden. En we mogen niet naïef zijn: het streven naar een gelijk speelveld – hetzij via samenwerking, hetzij via wetgeving – staat constant onder druk door lobbygroepen. We hebben nood aan transparantie en moedige politici, besluit Cottignie.
Veel uitdagingen, maar Sarah Braeye van Rikolto vindt alvast dat we de moed niet mogen laten zakken, integendeel. Ja, een eetcultuur ombuigen is geen klein bier. Maar cultuur is niet iets statisch, stelt Braeye, ze evolueert. Meer dan een uitdaging biedt dat een kans. En die kans moeten alle grote spelers in ons voedselsysteem met beide handen aangrijpen. Er mag geen sprake meer zijn van uitstel en de tijd van kleine incrementele verbeteringen is voorbij, aldus Braeye.
Het besluit van mijn collega na twee jaar SUCCESS bevalt mij wel. Ja, de uitdagingen zijn groot. Natuurlijk zijn ze dat, anders waren ze allang opgelost met business as usual. We proberen niets minder dan een samenleving in te richten waarin de ‘mindless choices’ duurzaam zijn. Want het is moeilijk duurzaam leven in een wereld die constant niet-duurzaam gedrag stimuleert. Daarom slaagt momenteel enkel een kleine, sterk overtuigde minderheid er in om haar duurzame waarden om te zetten in duurzaam aankoop- en eetgedrag. De attitude-gedragskloof wordt niet in stand gehouden door de burger zelf, maar door de voedselomgeving waarin die leeft. En in Europa is de supermarkt is één van de belangrijkste voedselomgevingen. Alle stakeholders hebben hun rol te spelen, niet in het minst de regelgevende en stimulerende overheid. Maar het is in de supermarkt waar schaalbare, impactvolle veranderingen plaats kunnen en moeten vinden.
De supermarkt is aan zet. Met een duwtje in de rug van de burger.