“Als je zo begaan bent met mensenrechten, doe dan gewoon niet mee met de WK-hype!” Da’s makkelijker gezegd dan gedaan wanneer kranten, tv-programma’s, websites, reclameblokken, billboards, colablikjes en ontbijtgranen ondergedompeld worden in een duivelsrood voetbalsausje. De ganse publieke ruimte is dezer dagen specifiek ontworpen om ons te verleiden tot het vierjaarlijkse voetbalfeest.
Is het dan echt de verantwoordelijkheid van de individuele burger om te weerstaan aan de FIFA-marketingmachine en de maatschappelijke traditie van wereldvoetbal? Het is al te makkelijk, ja zelfs oneerlijk, om in zo’n context met een beschuldigende vinger te wijzen naar de voetbalfan die gewoon 90 minuten lang wil ontsnappen aan de dagelijkse zorgen. Wie dit jaar de voetbalhype uit principe links laat liggen, doet dat om de juiste redenen. Maar de maatschappelijke hoofdverantwoordelijkheid voor wat er in en rond het WK in Qatar gebeurt, ligt simpelweg bij de organisatoren van dat WK in Qatar.
Een gelijkaardige redenering gaat op voor de inspanningen die supermarkten kunnen doen voor klimaat en milieu. Meer dan 80% van wat op ons bord terechtkomt, komt van de supermarkt, en slechts vijf ketens hebben meer dan 80% marktaandeel in ons land. Die vijf organisaties hebben dus een gigantische impact op het voedselsysteem van België.
Dat biedt opportuniteiten, want onze eetgewoontes bepalen in grote mate onze ecologische voetafdruk. Het Superlijst-onderzoek situeert die opportuniteiten in vier actieterreinen: de eiwittransitie (minder vlees en meer plantaardig), duurzame landbouw, ontbossing en voedselverspilling. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat er nog een erg lange weg te gaan is en dat supermarkten veel hefbomen nog niet inzetten. Wat houdt hen tegen?
Supermarkten doen wel degelijk het een en ander. Tegelijk wijzen ze vaak naar het aankoopgedrag van de consumenten. Op het kassaticket zien ze simpelweg geen robuuste vraag voor meer plantaardig of duurzaam, of voor minder ontbossing en verspilling. Waarom zouden zij dan grote inspanningen leveren, luidt het.
Maar net zoals de voetbalfan in volle WK-tijd winkelt de burger niet in een neutrale voedselomgeving. Het Superlijst-onderzoek toont aan dat de supermarkt helemaal geen plantaardig voedingspatroon stimuleert, maar net de consumptie van vlees en dierlijke eiwitten versterkt. Zelfs een overtuigde en geïnformeerde ecologist heeft het bijzonder moeilijk om producten in de winkelrekken te vinden die gegarandeerd ontbossingsvrij zijn of van duurzame landbouw komen. Geen wonder dat er een wetenschappelijk vastgestelde kloof bestaat tussen de wil van burgers om milieuvriendelijker te eten, en hun aankoopgedrag. Supermarkten houden die gedragskloof mee in stand via hun beleid, assortiment, promoties en hun winkelomgeving.
Het kassaticket van de klant kan niet langer een excuus zijn om betekenisvolle actie uit te stellen. Supermarkten zijn niet louter economische entiteiten die winst nastreven. Supermarkten zijn de belangrijkste plek waar mensen voedingskeuzes maken. De manier waarop supermarkten zich organiseren, heeft een impact op ons consumptiegedrag, op ons voedselsysteem en dus ook op onze ecologische voetafdruk. Hoog tijd dus om die maatschappelijke verantwoordelijkheid van supermarkten te erkennen. Hoog tijd om samen die gedragskloof te dichten door onze voedselomgeving in België op een duurzame wijze te organiseren. Alleen zo maken we een kans in het Wereldkampioenschap Milieu- en Klimaatverandering.
De online debattool Rhetoric in dit artikel wordt mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van EIT Food.
Deze opinie verscheen ook op MO.be