De eerste week van maart verzamelden leerkrachten en stadspersoneel uit Frankrijk, Italië en Spanje in het Spaanse Valencia voor een tweedaags studiebezoek in het kader van School Food 4 Change. Doel van deze meeting? Projectpartners en leerkrachten met elkaar in contact brengen, van elkaar leren en in detail ingaan op een integrale voedingsaanpak op school. Ook voor ons werd het een boeiende reis. We begeleidden workshops, brachten een bezoek aan een bioboer en kwamen in de kantine van een Valenciaanse basisschool terecht.
Het bezoek aan basisschool Ceip El Grau is er eentje dat nazindert. Eerste stop op school? De schoolkantine. Samen met de schoolkok zien we er een groepje kinderen van een jaar of acht aan het werk. Er wordt gegiecheld, gekneed en geleerd hoe je van bloem, water en olijfolie broodstengels kan maken. De kok van dienst werkt daarnaast voor een plaatselijk cateringbedrijf en geeft vandaag een workshop broodbakken aan de kinderen: dat is hier normaal. Enkele jaren geleden ging Ceip El Grau namelijk in zee met cateringbedrijf Cuinatur dat naast het inzetten op duurzame, lokale voeding ook tijd investeert om op gezette tijden met de kinderen aan de slag te gaan of om de ouders te informeren over de voeding van hun kind.
Veel meer nog dan in een traditionele school in België, zetten de cateraars in Valencia in op het betrekken van de ouders. Ze hebben daar een goede reden voor: elke school heeft een werkgroep schoolvoeding waarin ouders zetelen. Deze werkgroep bepaalt mee met welke cateraar er gewerkt wordt en wat belangrijk is voor de kinderen. Cateraars hebben er dus belang bij om ouders te overtuigen en Cuinatur organiseert een paar keer per jaar proefmomenten voor ouders om hen te laten kennismaken met de schoolvoeding van hun kind.
Voor elke 4,25 euro die een kind betaalt voor een schoolmaaltijd in een publieke school, legt de overheid 4,25 euro bij. De school heeft dus dagelijks 8,50 euro per kind om te voorzien in de schoolvoeding en het toezicht of activiteiten tijdens de middagpauze. Al deze elementen moeten dus in rekening gebracht worden wanneer de school een openbare aanbesteding uitstuurt naar de cateraars.
De school die we bezoeken heeft een moestuin. Op dit moment van het jaar groeit er behalve wat sla, kool en ui nog weinig. Maar daar komt binnenkort, in de volle lente, verandering in. Of dat hoopt de directrice toch. De vrouw toont ons een filmpje van hoe de tuin er in volle wasdom uitziet, maar vertelt tegelijk ook over haar eigen moeilijkheden om het ‘project moestuin’ te doen slagen. Ze is nog maar een jaar aan de slag in de school en de moestuin was het paradepaardje van de vorige directeur. Hij stak er zijn hart en ziel in maar gaf helaas weinig kennis door aan zijn opvolgster of het personeel.
Zelf mist de directrice de nodige groene vingers, maar ze vindt het wel belangrijk voor de kinderen om het project verder te zetten. Er worden namelijk allerlei nuttige competenties verworven in de moestuin. De jongere kinderen moeten er samenwerken, ze vergaren kennis over zaaien en oogsten en leren vaak ook nog de taal. De oudere kinderen steken dan weer in de Engelse les kennis op over groenten of gaan op de computer op zoek naar bepaalde plantensoorten en zaaitechnieken. Het toont nog maar eens hoe belangrijk het is om op school met een werkgroep rond voeding te werken zodat niet alle kennis verloren gaat bij het vertrek van een persoon.
Dit programma wil een gezonde en duurzame eetcultuur bevorderen bij zo'n 600.000 schoolkinderen en jongeren in 12 EU-lidstaten. Om dit te realiseren ging Rikolto in zee met 32 partners over heel Europa en met financiering van de Europese Commissie. Wat we al jaren doen met ons eigen programma GoodFood@School in Vlaanderen starten we nu ook op Europese schaal. Zo vergroten we niet alleen onze eigen impact maar leren we ook veel bij van anderen. We kunnen bijvoorbeeld leren van onze Zweedse en Deense partners die veel expertise rond duurzame openbare aanbestedingen hebben, terwijl onze partners in Slovakije en Tsjechië dan weer een sterk lessenpakket hebben ontwikkeld rond voeding.
Naast het bezoek aan de school was er veel tijd om uit te wisselen en van de leerkrachten uit de verschillende landen te leren. Net als in het prachtige Beatlesnummer ‘Here comes the sun’ voelden we, net als eerder dit jaar in Oostenrijk en België het ijs langzaam smelten. Door twee dagen met elkaar op te trekken, leerden leerkrachten uit verschillende landen bij over elkaars schoolsystemen, over voeding op school en over elkaars schoolcultuur. De deelnemers trokken gemotiveerd en enthousiast huiswaarts met een koffer vol nieuwe ideeën en een uitgebreid telefoonboekje met contactpersonen om ook in de toekomst van gedachten te blijven wisselen.